De aanvangsdatum van de termijn van twee jaar (artikel 7, lid 1, van het Arbitrageverdrag)
i) Met het oog op de toepassing van artikel 7, lid 1, van het verdrag wordt een zaak als voorgelegd beschouwd, zoals bedoeld in artikel 6, lid 1, wanneer de belastingbetaler de volgende inlichtingen en stukken heeft verstrekt:
a) gegevens (zoals naam, adres, fiscaal identificatienummer) van de onderneming van de verdragsluitende Staat die de zaak voorlegt, en van de andere partijen bij de relevante transacties;
b) informatie over de relevante feiten en omstandigheden van de zaak (waaronder informatie over de verhouding tussen de onderneming en de andere partijen bij de relevante transacties);
c) gegevens van de betrokken belastingtijdvakken;
d) afschriften van de aanslagen, het verslag van de belastingcontrole of soortgelijke maatregelen waarvan dubbele belasting beweerdelijk het gevolg is;
e) informatie over de beroepsprocedures en geschillenprocedures die de onderneming of de andere partijen aangaande de relevante transacties hebben ingeleid, alsmede over de beslissingen van rechterlijke instanties in verband met de zaak;
f) een toelichting van de onderneming over de redenen waarom zij meent dat de beginselen van artikel 4 van het Arbitrageverdrag niet in acht zijn genomen;
g) een verbintenis van de onderneming dat zij zo spoedig mogelijk aan alle redelijke en passende verzoeken van een bevoegde autoriteit zal voldoen en alle stukken ter beschikking van de bevoegde autoriteiten zal houden; en
h) alle specifieke aanvullende informatie waarom de bevoegde autoriteit verzoekt binnen twee maanden nadat de belastingbetaler de zaak heeft voorgelegd.
ii) De termijn van twee jaar vangt aan op de laatste van de volgende data:
a) de datum van de aanslag, dat wil zeggen een definitieve beslissing van de belastingdienst over de aanvullende inkomsten of een soortgelijke maatregel;
b) de datum waarop de zaak en de minimuminformatie als bedoeld in punt 2, onder i), aan de bevoegde autoriteit is voorgelegd.